Het is het oudste gebouw in de stad dat op de plaats van een houten kerkje werd gebouwd, ongeveer in de 1ste helft van de 13de eeuw, en is aan de H. Nicolaas (Mikuláš) gewijd. Al sinds de 13de eeuw stond een parochie erbij, waar de eerste priester Oldřich van Sulzbach was. Die is interessant te noemen door het feit dat hij binnen een korte tijd kapelaan van de koningin Eliška was geworden en de klerk van de aartsbisschop. Een andere belangrijke priester was Křišťán van Prachatice, die leraar aan de universiteit was geworden en later rector van de Karel’s Universiteit te Praag. In de 15de en.16de eeuw was hier het geloof gewijzigd in ultraquistisch, dus de priesters werden ultraquist. Aan het einde van de 16de eeuw verspreidde zich meer het lutheranisme dan het ultraquisme.
Op 30 mei 1567 werd bijna de hele stad door vuur gevangen. De kerk was ook beschadigd, maar de reparaties waren nagenoeg onmiddellijk gestart. Echter binnen een korte tijd raakte het geld op, met als bewijs dat de hoogte van het priesterkoor niet aan de hoogte van de toren was aangepast, waardoor het aanzicht van de kerk verstoord was en pas in 1857 was hersteld. Ondanks de grote verspreiding van het lutheranisme bestond hier een groep katholieken met aan hun hoofd Štěpán Beník van Petrsdorf. Die dwong af dat er een toestemming werd gegeven voor de bouw van een katholiek kerkje in Jílové, met een klooster. Dit kerkje was pas in 1623 aangelegd, toen het al geen zin had om het te bouwen, daar de meeste inwoners toch weer terug naar het katholicisme keerden. Het werd gewijd aan de Maria van Loretta en bewoond door de orde van minorieten. In de 18de eeuw was al het proces van de terugkeer naar het katholicisme voltooid en naar zeggen waren allen weer katholiek. In de loop van de 17de en 18de eeuw werd de kerk enkele keren hersteld en in de barokstijl verbouwd. Bij de zuidelijke zijde was de kapel van de H. Anna bijgebouwd, in 1791 was de toren gerepareerd en met een gouden koepel voltooid. In 1901 was de elektriciteit doorgetrokken en een paar jaar later moesten de muren worden gerepareerd, en zo was de kerk van buiten en binnen hersteld. Tussen 1990 en 1999 zijn in de kerk andere grondige reparaties uitgevoerd. De toren is beveiligd uit het oogpunt van de statica omdat het door eigen gewicht de bouwstenen in de onderkant verpletterde. Reparatiekosten zijn bijna twee en half miljoen kronen geweest.
Interessant aan de kerk is, dat de toren staat tussen het priesterkoor en het schip in. Dankzij deze architectonische rariteit en het mooie gotische altaar heeft hier in 1983 de filmregisseur Miloš Forman enkele opnames voor de film Amadeus gemaakt. In de kerk zijn vijf barokke altaars inclusief datgene dat later uit het Loretta-kerkje werd gebracht, en een modern, gewijd op 6 november 1999. De meest interessante inrichting van de kerk is het gotische panelenaltaar van 1485, dat door de al genoemde Štěpán Beník van Petrsdorf was gekocht en gebracht van de kerk van de H. Wenceslaus te Praag - Zderaz. Een van de schilderijen erop werd door een belangrijke Tsjechische schilder gemaakt - Petr Brandl. Ook een tinnen doopbekken uit de 16de eeuw is prachtig, barokke polychrome Pieta uit de 18de eeuw en de klokken: klok voor het avondgebed, de doodsklok, middagklok, middelste klok en grote klok. De grote klok heeft een gewicht van 1394 ponds (ongeveer 700 kg) en zijn naam is Vojtěch (Adalbert).